Arvindus

Contemplaties

Menstypen in discussie

  • Titel: Contemplaties, Menstypen in discussie.
  • Auteur: Arvindus.
  • Uitgever: Arvindus.
  • Auteursrecht: Arvindus, 2019, alle rechten voorbehouden.
  • Index: 201912121.
  • Editie: html, eerste editie.

§

Mensen kunnen worden onderverdeeld in vier klassen of typen. Het eerste menstype is lichamelijk georiënteerd. Het tweede is emotioneel georiënteerd. Het derde intellectueel. En het vierde ethisch.1, 2 Deze volgorde is niet willekeurig gekozen maar volgt de ontwikkelingsstadia die voor zowel de mensheid als geheel als voor ieder individueel mens gelden. Toen de mensheid zich van het dierenrijk los maakte was deze nog dominant lichamelijk georiënteerd. Door de ontelbare jaren heen werden echter de emoties en ook het intellect ontwikkeld, terwijl in huidige tijden een ethische ontwikkeling aan de horizon gloort. Deze ontwikkeling wordt weerspiegeld in de individuele ontwikkeling van de mens. Een individu ontwikkelt namelijk eerst een lichamelijke oriëntatie tijdens de kindertijd, een emotionele tijdens de pubertijd, een intellectuele als jongvolwassene en een ethische als volwassene. Hierbij zal de één wat verder komen in zijn ontplooiing dan de ander. Sommige mensen komen niet verder in hun ontwikkeling dan een lichamelijke oriëntatie, velen komen slechts tot ontwikkeling van hun emotionele oriëntatie, even zovelen komen tot ontwikkeling van hun intellectuele oriëntatie, en enkelen komen toe aan hun ethische ontwikkeling. Hierbij varieert de leeftijd waarbij men tot voorgenoemde ontwikkelingen komt ook individueel. Met het benoemen van deze verschillende ontwikkelingsstadia moet ter nuancering worden benadrukt dat deze niet radicaal begrensd zijn maar verlopen via een verglijdende schaal. We zullen dus ook veel lichamelijk-emotioneel-, emotioneel-intellectueel-, en intellectueel-ethisch-georiënteerden vinden.

Bovenstaande nu in beschouwing nemend kan aangenomen worden dat wijzen van communicatie van individuen zullen afhangen van de bereikte ontwikkelingsstadia. Waar de één communiceert op lichamelijk welzijnsniveau, daar zullen anderen op emotioneel, intellectueel of ethisch niveau communiceren. We zien dit weerspiegeld in de discussies die op het internet plaats vinden. Waar het over een specifiek maatschappelijk onderwerp gaat zal een lichamelijk georiënteerd persoon veelal grondeloos datgene poneren wat hem lichamelijk welgevallig toeschijnt. Iemand met emotionele oriëntaties zal zijn mening vooral vanuit de eigen subjectieve ervaring begronden, terwijl een intellectueel georiënteerd iemand zijn mening met data zal proberen te objectiveren. Een ethisch georiënteerd iemand tenslotte zal de nadruk op empathie en redelijkheid leggen.

Laten we als voorbeeld het in West-Europa huidige hete hangijzer van immigratie nemen. Iemand die lichamelijk is georiënteerd kan botweg opmerken dat immigranten het land uit moeten omdat ze uit de ruif komen eten (waardoor zijn aandeel daarin kleiner kan worden), ofwel dat ze juist hier de arbeid moeten komen doen die hemzelf niet welgevallig is. Een emotioneel georiënteerd iemand zal zich veelal beroepen op zijn eigen ervaringen met immigranten. Ze moeten wegblijven omdat hij heeft ervaren dat ze onbeschoft of crimineel zijn, of ze zijn welkom omdat hij heeft ervaren dat ze juist zo gastvrij en vriendelijk zijn. Een intellectueel georiënteerd iemand zal daarentegen statistieken en geschiedenisdata naar voren halen om de wenselijkheid of onwenselijkheid van immigratie te begronden. En een ethisch georiënteerd persoon tenslotte zal zijn visie op de zaak niet laten afhangen van zijn eigen welzijn, zijn eigen subjectieve ervaringen of objectieve data, maar zal een standpunt innemen dat hij als ethisch juist beschouwt.

Bovenstaande maakt duidelijk dat in discussies vanuit verschillende niveaus naar elkaar toe wordt gecommuniceerd en dit schept vaak onbegrip. Lager ontwikkelden kunnen hoger ontwikkelden veelal niet begrijpen, omdat die eersten nog een ontwikkeling te gaan hebben voordat ze op het niveau van die laatsten komen. Echter hoger ontwikkelden kunnen lager ontwikkelden veelal wel begrijpen, immers zij hebben die ontwikkeling al afgerond. Wat door hoger ontwikkelden echter niet altijd begrepen wordt is dat zij door de lager ontwikkelden niet begrepen kunnen worden, en dit leidt dan vaak tot onderling onbegrip en frustratie in de discussie. De lichamelijk georiënteerde wordt dan al gauw uitgemaakt voor onmens, de emotioneel georiënteerde voor dom mens, die laatste verwijt de intellectueel georiënteerde al gauw tot het verspreiden van nepnieuws omdat zijn ten toon gespreide feiten niet stroken met de eigen ervaringen, en de ethisch georiënteerde wordt veelal als onrealistisch beschouwd.

In al dat onbegrip lijkt iedere discussieerder vast te houden aan niet alleen zijn eigen standpunt maar ook zijn eigen niveau. En hierin ligt een taak weggelegd voor de hoger ontwikkelde, indien hij besluit om in discussie te treden met de lager ontwikkelde. Voor die eerste is het gemakkelijker om zich op een lager discussieniveau te begeven dan het is voor voor die laatste om zich op een hoger discussieniveau te begeven. Van iemand met een hoger ontwikkelingsniveau mag worden verwacht dat hij zich aanpast aan degene die zich niet aan hem aan kan passen. Hierbij moeten echter de volgende kanttekeningen worden geplaatst. Op de eerste plaats is het in discussie treden met een lager ontwikkelde vaak onnodig. Op de tweede plaats is niet de bedoeling dat de hoger ontwikkelde zich op een ander standpunt gaat stellen. Het gaat er eerder om datzelfde standpunt op een lager niveau te presenteren. En op de derde plaats is het ook niet de bedoeling dat de hoger ontwikkelde zich ten volle op het niveau van de lager ontwikkelde begeeft. Het is de bedoeling om de lager ontwikkelde te stimuleren in zijn ontwikkeling, en daarbij past het om voor hem iets over te laten om naar uit te reiken.

Iemand die bijvoorbeeld op puur emotioneel niveau communiceert dat volgens zijn eigen ervaringen de lucht helemaal niet vervuild is moet door bijvoorbeeld een intellectueel die een andere mening is toegedaan niet tegengesproken worden met enkel statistieken over luchtmetingen maar kan beter tips gegeven worden waarmee tot een andere ervaring gekomen kan worden (bijvoorbeeld door proefondervindelijk boslucht te onderscheiden van stadslucht), ondersteund door de desbetreffende statistieken. Door in het antwoord te refereren aan de eigen ervaring van de emotioneel georiënteerde past de intellectueel zich aan het communicatieniveau van voorgenoemde aan. Door een andere ervaring voor hem mogelijk te stellen blijft de intellectueel op zijn eigen standpunt staan. En door de presentatie van de mogelijke andere ervaring te ondersteunen met statistische gegevens laat hij de emotioneel georiënteerde kennis maken met een ander niveau van communiceren, wat de voorgenoemde zal helpen in zijn intellectuele ontwikkeling.

Zo kan veel onbegrip in discussie vermeden worden en zo kunnen discussieerders elkaar in communicatie vooruit helpen.